2021-03-18 09:10:00
Holland Sail
18 maart 2021Holland Sail

Zeilen is leuk

Zeilen is een techniek van voortbeweging door windkracht. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de kracht van de wind die ontstaat doordat het zeil de snelheid en de richting van de inkomende wind verandert. Een koers die in de dode hoek ligt, min of meer tegen de wind is, kan niet bezeild worden.

Werking van zeil en romp

De vrije stroming van wind wordt door de zeilen vertraagd en afgebogen. Daardoor ontstaat er
een drukverschil tussen de aan-de-windse kant van het zeil en de van de wind afgekeerde zijde. Als een zeilschip met de windrichting mee vaart, heeft het baat bij een bol gesneden zeil, dat in staat is de aanstromende wind effectief te vertragen, zodat de in de wind aanwezige stromingsenergie goed benut wordt. Als een zeilschip een andere koers vaart, met name wanneer het schuin tegen de wind in voortgang wil boeken, is een strakker zeil effectiever. De wind valt dan schuin in het zeil in. Eventuele bolling van het zeil aan de achterzijde zou remmend werken, doordat het een obstakel vormt voor de wegstromende lucht.

De schuin voorwaarts gerichte zeilkracht kan samengesteld gedacht worden uit een voorwaartse component en een zijwaartse. De zijwaartse component moet effectief tegengewerkt worden door enig zijwaarts oppervlak onder water. De voorwaartse kracht drijft het schip voort. Het onderwaterschip is voor het zeilgedrag even belangrijk als de effectiviteit van de zeilen. Zijwaarts wegdrijven (drift, verlijeren) wordt bij onze schepen tegengegaan door de zwaarden. Minimale voorwaartse weerstand wordt bereikt door de romp een zo slank mogelijke vorm te geven. Omdat de genoemde voorzieningen vaak in strijd zijn met de inwendige leefruimte, het laadvermogen, het vaar- gebied, waar ondiepten een diepstekende kiel onmogelijk maken en soms ook met een gunstig gedrag in golven, zal het rompontwerp altijd een compromis zijn.

Koersveranderingen

Omdat een zeilschip niet altijd in dezelfde richting vaart, zijn koersveranderingen nodig.
Oploeven en afvallen zijn twee verwante termen uit de zeilvaart, die ook van toepassing op vrijwel alle vaartuigen. Het betreft in beide gevallen een verandering van de vaarrichting.
Bij oploeven gaat de voorsteven van de boot zich naar de windrichting (loef) toe bewegen zodat het schip meer aan de wind gaat varen. Door de voorwaartse beweging van het schip is de waterdruk bij de boeg groter dan bij de achtersteven, waardoor de achterkant meer door de wind opzij wordt geblazen dan de voorkant. De vaarsnelheid is in grote mate bepalend voor de mate van oploeven, ook windsnelheid, windkracht en koers hebben invloed.
Bij afvallen daarentegen verwijdert de voorsteven zich van de windrichting, bijvoorbeeld een verandering vanaf aan de wind naar halve wind.

Wenden is een koersverandering bij het zeilen waarbij de lengteas van het schip door de wind draait. Dat kan met manoeuvre “overstag gaan” waarbij de boeg door de wind draait, of door te “gijpen” waarbij de spiegel (achtersteven) door de wind gaat. Iedere koers vraagt om zijn eigen optimale stand van de zeilen, zodat de stand van de zeilen aangepast moet worden bij een koersverandering.
 

Zeilterminologie

In de wereld van de zeilvaart worden allerlei termen gebruikt om de zaken die van belangzijn voor het veilig varen goed te kunnen benoemen. Een aantal tonen we hier:
 
Bakboord is de linkerzijde van een schip, stuurboord is de rechterzijde, gezien in de normale vaarrichting (naar de boeg toe gekeken). Door deze benamingen te gebruiken, vermijdt men verwarring. De benamingen duiden namelijk op de linker- en rechterzijde van een schip, niet van een persoon.
 
Hogerwal en lagerwal zijn twee termen die zijn bedoeld om de windrichting ten opzichte van de wal aan te duiden. Hogerwal is de wal waar de wind vandaan komt en lagerwal is de wal waar de wind naartoe gaat. Als de wind van noord naar zuid waait, is de noordzijde van een meer de hogerwal en de zuidzijde de lagerwal. Ligt een zeilschip tegen de hogerwal, dan is wegvaren eenvoudig. Ligt een schip tegen de lagerwal, dan wordt hij door de wind steeds tegen de wal geblazen en is het moeilijk in de juiste positie te komen om weg te varen. Een zeiler zal dan ook trachten tijdig van koers te veranderen voordat hij aan lagerwal geraakt.
 
Loefzijde en lijzijde, ook wel loef en lij genoemd, zijn in de scheepvaart twee termen om de zijden van een schip ten opzichte van de wind aan te duiden. De loefzijde is de scheepszijde waar de wind inkomt en de lijzijde de zijde die in de luwte van de wind ligt.
 
Tuigage is de verzamelnaam voor alle zeilen en het touwwerk die nodig zijn om een schip voort te bewegen en om een schip te laten ankeren. Tot de tuigage behoren onder meer:
 
De val is in de zeilwereld de naam voor de lijn waarmee het zeil van een zeilschip gehesen en gespannen wordt.
De schoot is op de schepen de naam voor de lijn waarmee de stand van een zeil ten opzichte van de boot geregeld kan worden. Door de schoot te vieren kan het zeil verder uitstaan, door de schoot in te halen staat het zeil meer in de lengterichting van het schip. De schoot is aan de ene kant bevestigd in de schoothoek aan het zeil of aan de giek. Aan de andere kant is de schoot bevestigd aan een punt op het schip.
Het grootzeil is een zeil dat gevoerd wordt op een zeilschip. Van origine was het grootzeil het grootste zeil dat gevoerd werd. Desondanks wordt het zeil dat bevestigd is aan de grootste mast nog steeds het grootzeil genoemd.
De fok is het zeil dat vóór de mast gehesen wordt. De fok wordt bevestigd aan de voorstag, wordt vastgezet op de punt van de boot (op de boeg) en wordt aan de voorkant in de mast gehesen tot bovenin of tot op 85% van de hoogte van de mast (7/8 getuigd). De fok heeft een kleiner oppervlak dan het grootzeil
Een kluiver of kluiffok is een driehoekig zeil dat voor de fok gevoerd wordt. Voor het voeren van een kluiver is een kluiverboom of boegspriet nodig.
De kluiver wordt voornamelijk gebruikt bij klassiek, zoals de onze, getuigde schepen. Het rendement van een kluiver is zeer hoog, doordat een kluiver meestal smal(ler) is, dus een betere aspectverhouding heeft (dan bijvoorbeeld een grootzeil). Daarnaast wordt de kluiver voor de mast gevoerd en heeft dus geen last van windverstoringen van een mast. Een kluiver kan zowel aan een stag als vliegend gevoerd worden.
De bezaan is een zeil dat aangeslagen is aan de achterste mast, de bezaansmast, van een schip. Het woord is afkomstig uit het Spaans mesana en Portugees mezana.

 

 

 

 

 

 

Terug naar overzicht

Boekingskantoor voor platbodemschepen

Holland Sail is een coöperatie van scheepseigenaren met een eigen boekingskantoor! Wij verhuren onze traditionele zeilschepen die op het Wad, IJsselmeer en de Friese meren varen.

De vloot van Holland Sail bestaat uit een 30-tal traditionele zeilschepen zoals authentieke tjalken en imposante klippers. Holland Sail is in het voorjaar van 2009 van start gegaan met als doel onze gasten een onvergetelijke tijd te bezorgen aan boord van de schepen. Het kantoor van Holland Sail is gevestigd in Enkhuizen en ons motto luidt: eens gezeild, altijd zeeman!

Holland Sail is HISWA-lid
Zeker en vertrouwd uw zeilreis boeken

9,6
Klanttevredenheid 2182 ervaringen
  • Actieve zeiltochten
  • Tevreden klanten geven ons een 9,6/10
  • Weekendkorting voor kinderen tot 12 jaar
  • Zeilen met ervaren schippers
Holland Sail logo